Cultuurpaleis Amare gaat nog meer geld kosten dan eerder gedacht
DEN HAAG - Den Haag moet waarschijnlijk nog meer geld uittrekken om het cultuurpaleis Amare op het Spuiplein financieel gezond te houden. Eerder was al duidelijk dat er zeven ton nodig was om een jaarlijks tekort op te vangen. Uit een nieuwe analyse van het college van burgemeester en wethouders wordt duidelijk dat het daarbij waarschijnlijk niet blijft. Zo blijken ruimtes in het pand die zouden worden verhuurd aan commerciële partijen niet erg gewild en moet de gemeente betalen voor het onderhoud van de vloeren.
Amare werd in de zomer van 2021 opgeleverd en in september van dat jaar in gebruik genomen. Maar dat betekent niet dat daarmee ook alle financiële perikelen zijn afgerond. In november vorig jaar werd al duidelijk dat de gemeente Den Haag 700.000 euro moest uittrekken om het jaarlijkse tekort bij het cultuurpaleis op te vangen. Nu blijkt dat er ook afgelopen tijd nog veel discussies zijn geweest tussen de gemeente, de bouwer en de gebruikers over wie er moet opdraaien voor bepaalde kosten.
Zo worden de houten vloeren in het complex een of twee keer per jaar schoongemaakt. Over wie dat moet betalen, ontstond onenigheid. Maar het valt onder de verantwoordelijkheid van Stichting Amare, is duidelijk geworden. Dat kost jaarlijks 90.000 euro extra, waarmee geen rekening was gehouden.
Extra wensen
Ook hebben de gebruikers nog een aantal aanvullende wensen. Daarbij gaat het om extra sloten op deuren voor de veiligheid, het toevoegen van aansluitingen voor krachtstroom en een verbetering van de verlichting in de Theaterzaal. Hoe duur dat precies wordt, is nog niet bekend. De gemeenteraad wordt daarover binnenkort op de hoogte gesteld, schijven wethouders Saskia Bruines (D66, cultuur) en Robert van Asten (D66, Ruimtelijke Ontwikkeling) aan de gemeenteraad.
In het gebouw zijn ook enkele ruimtes vrijgehouden om te verhuren. Het idee daarvan was dat er zo ook een beetje geld kon worden verdiend. Maar dat blijkt in de praktijk er lastig. Slechts twee units zijn verhuurd aan een supermarkt en een aan het Holland Dance Festival. Van de andere units denkt de gemeente dat ze in ieder geval niet meer dit jaar worden verhuurd. Twee ervan zijn inmiddels bij de foyer van Amare getrokken. Dit scheelt jaarlijks 17.000 euro aan inkomsten.
Bonje met Belastingdienst
Dan is er ook nog een geschil met de Belastingdienst of er BTW moet worden betaald over de verhuur van ruimten in Amare. Tot nu toe vallen de beslissingen van de dienst ongunstig uit voor de gebruikers en gemeente. Als dat zo blijft, wil de gemeente uiteindelijk de rechter om een oordeel vragen.
Als die de Belastingdienst in het gelijk stelt, levert dat een strop op van bijna 12 miljoen euro. Die kan worden uitgesmeerd over de gebruiksperiode van veertig jaar. Toch kan het hele dispuut met de Belastingdienst nog een negatief effect hebben van 450.000 euro per jaar voor de gemeente en 50.000 euro per jaar voor de Stichting Amare.
Problemen met garage
Naast de extra financiële tegenvallers voor Amare, is er ook nog steeds een probleem met de ondergrondse Spuigarage. Het grootste deel daarvan is weer door de gemeente teruggeleverd aan eigenaar ASR.
Maar dat kan nog niet met het deel van de garage onder de plek waar ooit het Lucent Dans Theater stond. Daarom moet de gemeente hiervoor maandelijks een boete betalen aan ASR. Dat de garage nog niet helemaal terug kan, komt omdat in een deel sprake is van een lekkage. De wethouders: 'De gemeente heeft Cadanz hierop aangesproken en verzocht om deze lekkage te verhelpen.'
Dat is nog niet gebeurd omdat niet zeker is waar het lek zit. Daarom gaat de gemeente nu eerst zelf een waterdichte laag laten aanleggen.
Eisen
De bouwcombinatie Cadanz is tweeënhalf jaar na de ingebruikname ook nog bezig om ervoor te zorgen dat Amare voldoet aan alle eisen die in het contract waren vast gelegd. Zo wordt nog gewerkt aan de akoestiek in de concertzaal en theaterzaal. Daarvoor is nog ‘inspanning’ nodig van de bouwer, stellen de wethouders. Maar ze wijzen er ook op dat dit tijd kost. 'Hierbij wordt zorgvuldigheid boven snelheid verkozen, waarbij wel gestreefd wordt naar een zo spoedig mogelijke afronding.'
