De Gemeente Den Haag investeert fors om de hoge laaggeletterdheid in de stad tegen te gaan. 24 procent van de Haagse bewoners is laaggeletterd. In een nieuw actieplan dat tijdens de Week van Lezen en Schrijven door wethouder Hilbert Bredemeijer wordt gepresenteerd, trekt de gemeente miljoenen euro’s uit om dit bij de wortels aan te pakken: via kinderen en hun ouders.
Den Haag laat taalontwikkeling en het risico op laaggeletterdheid niet langer enkel over aan het onderwijs. Met een nieuwe focus op jonge kinderen en hun ouders, trekt de gemeente de wijken in. Leraren en pedagogisch medewerkers worden opgeleid om taalproblemen op jonge leeftijd te signaleren, de gemeente gaat boekjes voor duizenden Haagse basisschoolleerlingen verzorgen, er wordt taalles aangeboden in combinatie met kinderopvang in de wijken waar dit het hardst nodig is en er worden boeken aangeboden via uitgiftepunten van de voedselbank.
Laaggeletterdheid in Den Haag het grootst
Den Haag heeft de hoogste laaggeletterdheid van de grote steden in Nederland. 24 procent van de bewoners kampt ermee, vergeleken met 12 procent landelijk. In sommige Haagse wijken geldt dit zelfs voor de helft van de inwoners. Daarnaast heeft 51% van de kinderen tussen 2,5 en 4 jaar taalproblemen. De verwachting is dat het percentage laaggeletterdheid de komende jaren zal stijgen. Laaggeletterdheid heeft grote gevolgen voor het dagelijks leven en kinderen met een taalachterstand hebben vaak enorme moeite op school en een grote kans om later laaggeletterd te worden.
Wethouder Hilbert Bredemeijer: “Lezen, schrijven en Nederlands spreken is essentieel om mee te doen in de samenleving. Het is ontoelaatbaar dat zoveel Haagse kinderen met een taalachterstand kampen en zo niet hun kans kunnen pakken op school of later op werk. Ik ben trots dat we met dit actieplan kinderen en hun ouders helpen met lezen en schrijven en dat Den Haag laaggeletterdheid bij de wortels aanpakt.”
Den Haag gaat kinderen en hun ouders helpen
Daarom presenteert Den Haag dit actieplan waarbij specifiek kinderen en hun ouders worden geholpen met het lezen en schrijven. Waar het tot nu toe de norm was om laaggeletterdheid onder volwassenen tegen te gaan, wil wethouder Bredemeijer dit bij de bron aanpakken: het gezin. “Als ouders moeite hebben met lezen en schrijven, is de kans levensgroot dat hun kinderen beginnen met een taalachterstand die moeilijk in te halen is. Deze cyclus moeten we doorbreken. Door ouders en kinderen in de wijken op te zoeken en hen te helpen, doen we dat.”