Haagse VVD maakt zich zorgen over handhaving wettelijke taaleis voor mensen in de bijstand

Maar hoe zit dat nu met het naleven van de taaleis voor mensen in de bijstand, vraagt Minke Hofstra van de Haagse VVD aan het stadsbestuur. In NRC van  14 april las ze een artikel waaruit blijkt dat gemeenten in Nederland de wettelijke taaleis in de Participatiewet nauwelijks uitvoeren. “In twee jaar tijd zijn landelijk slechts drie bijstandsuitkeringen verlaagd vanwege het niet voldoen aan de taaleis.” Dat roept bij haar vragen op over de situatie in Den Haag en de mate waarin mensen in de bijstand de Nederlandse taal beheersen.

Werk
“De Haagse VVD vindt dat de weg uit de bijstand via werk loopt,” stelt Hofstra. “Taalvaardigheid is daarbij essentieel: wie de Nederlandse taal niet voldoende beheerst, heeft minder kansen op werk, blijft langer afhankelijk van een uitkering en wordt belemmerd in zijn of haar participatie in de samenleving.” En voegt er meteen aan toe: “ De taaleis is geen strafmaatregel, maar een stimulans tot zelfstandigheid en maatschappelijke kansen.”

Toetsing
Hofstra wil weten of de gemeente Den Haag sinds de invoering van de taaleis in 2016 bijstandsuitkeringen heeft verlaagd vanwege het niet voldoen aan deze eis.  Het college kan dan meteen toelichten hoe de wettelijke verplichting tot toetsing van het taalniveau wordt ingevuld, en welke gevolgen hieraan verbonden zijn als iemand niet aan de taaleis voldoet. Meer specifiek vraagt Hofstra hoe Den Haag vaststelt of een bijstandsgerechtigde voldoet aan de taaleis. “Wordt daarbij actief getoetst of is sprake van een zelfverklaring?”

Succes
Dit interesseert het raadslid voor de Haagse VVD ook: “Hoeveel mensen in Den Haag ontvangen een bijstandsuitkering zonder over een basisniveau van de Nederlandse taal te beschikken?” Met haar partij noemt ze het noodzakelijk om uit te zoeken om welke mensen het dan precies gaat zodat de gemeente die aan het werk kan helpen. Wellicht kunnen burgemeester en wethouders aangeven welke taalcursussen of trajecten momenteel worden aangeboden aan bijstandsgerechtigden met een taalachterstand. En niet onbelangrijk: hoe houdt de gemeente bij wie deze ondersteuning gebruiken en hoeveel mensen die met succes afronden.

Meedenken
Staatssecretaris Jurgen Nobel (VVD) voor Participatie en Integratie geeft in het NRC-artikel van 14 april aan dat het Rijk “samen met gemeenten” “werkt aan een nieuwe, heldere invulling van de taaleis in de bijstand”. Hofstra: “Daarbij stelt hij nadrukkelijk: “Niet handhaven, zoals sommige gemeenten doen, is wat mij betreft geen optie.” Dus  vraagt het raadslid voor de Haagse VVD of het college net als haar partij vindt “dat het wenselijk is dat de gemeente Den Haag actief meedenkt over de vormgeving van de taaleis in de nieuwe wet”. Misschien sluit de gemeente zich daarvoor aan bij wat staatssecretaris Nobel wil. Dan kunnen burgemeester en wethouders wat haar betreft ook meedenken met de herziening van de wet, “zodat deze effectiever handhaafbaar wordt.”

Bron: denhaag.raadsinformatie.nl, 16-4-2025