Amerikaanse rivierkreeft houdt niet van natuurvriendelijke oever

De Amerikaanse rivierkreeft moet weinig hebben van natuurvriendelijke oevers, leerde raadslid Robin Smit van de Partij voor de Dieren uit een onderzoek van  de gemeente Leiden en het Hoogheemraadschap van Rijnland. De eerste resultaten wijzen volgens hem op een aanzienlijke afname van deze kreeftensoort per vierkante meter in Polderpark Cronesteyn waar het onderzoek plaatsvindt. “Door een natuurlijke overgang van land naar water, zonder een harde kant ertussen, krijgen de rivierkreeften minder mogelijkheden om te graven en de waterkwaliteit te verslechteren. Die geleidelijke overgang zorgt er ook voor dat er meer ruimte wordt gecreëerd voor natuurlijke vijanden van de Amerikaanse rivierkreeft.” Smit ziet dit ook graag in Den Haag, legt hij het stadsbestuur voor.

Invloed
“Den Haag beschikt al over een netwerk aan natuurvriendelijke oevers,” antwoordt het college. “Het netwerk aan natuurvriendelijke oevers is naar verwachting (één van) de reden(en) dat de schadelijke invloed van rivierkreeften in Den Haag vooralsnog beperkt is.” Burgemeester en wethouders zien daarom geen reden om ook een proef te doen. “Wel zal bij de aanleg van natuurvriendelijke oevers nadrukkelijker ook het aspect van de populatie rivierkreeften betrokken worden.” Het stadsbestuur merkt nog op dat meeuwen, reigers, meerkoeten en roofvissen als snoek en paling de Amerikaanse rivierkreeften als prooi hebben ontdekt. En zo helpen de aantallen te verminderen.

Eilanden
Smit pleit voor meer natuurvriendelijke oevers in de stad en voor drijvende, kunstmatige eilanden in de grachten. Daarvoor ontbreekt helaas de ruimte, laat het college weten. Aan de Fijnjekade zijn in het verleden bij wijze van proef twee verschillende typen drijvende eilanden geplaatst. De praktijk leerde dat een van de typen een te korte levensduur had. Het andere type eiland is wel succesvol en biedt een broedplaats voor watervogels en vormt een schuilplek voor het onderwaterleven. “Inmiddels is de pilotfase afgerond en zijn er op deze locatie vier drijvende eilandjes, twee langs de kademuur en twee ongeveer in het midden van de waterstructuur.”

Ruimte
Een natuurvriendelijke oever vraagt om voldoende ruimte om de vereiste taludhelling te maken, leggen burgemeester en wethouders uit. Op veel plekken in Den Haag is daar wat het college betreft geen ruimte voor. “Met name bij kademuren en steile walkanten is dat het geval.” Het stadsbestuur kijkt bij het renoveren en vervangen van deze kademuren en steile walkanten naar hoe de natuur daar toch een kans kan krijgen. Veel mogelijkheden om natuurvriendelijke oevers aan te leggen, zijn al gebruikt, zegt het college. “Het waterschap wordt in een vroeg stadium betrokken bij deze projecten. Samen gaan we na hoe de waterkwaliteit, waterdoorstroming en waterberging binnen de projecten verbeterd kunnen worden.”

Bron: denhaag.raadsinformatie.nl, 13-5-2025